Oeps!!

Gepubliceerd op 7 augustus 2021 om 21:05

Als we een verslag maken van onze reis dan moeten we heel eerlijk zijn en ook wat stommiteiten vermelden. Met het rood op de kaken moet ik vertellen dat ik uit de kano ben gevallen. Nee niet lachen dit is HELEMAAL NIET LEUK. Wat ik deed weet ik eigenlijk niet, maar het ging mis met het evenwicht en plons. Snel mijn telefoon uit mijn zak gelegd en naar de kont van ons schip gezwommen om daar via de treden op het roer uit het water te klimmen. Jelte verdient trouwens een pluim, want hij kwam gelijk met een reddingsboei aan. Hij is echt de zoon van een KNRM man. Eenmaal aan boord kwam ik erachter dat mijn bril weg was. Dit is pas echt balen, want eigenlijk leg ik mijn bril als we gaan kanoën altijd af, behalve vandaag dus en het is ook nog een dure bril. Frans probeert met een sterke magneet om mijn bril boven te halen, maar waarschijnlijk is hij niet van staal o.i.d. Volgende manier met het schepnet waar hij vorige week twee visjes mee heeft gevangen. Ook dit gaat niet, maar Frans geeft niet snel op en bind het schepnet aan een lange pikhaak en schraapt ermee over de bodem. Net als ik het heb opgegeven en koffie ben wezen halen kom ik boven en zie mijn bril in het schepnet zitten. Een gouden medaille voor Frans op het onderdeel brilvissen. Jammer genoeg loopt het met mijn telefoon minder goed af. Het gevolg is dat ik volledig van Frans afhankelijk ben op mobiel gebied. Ik kan dus geen telefoontjes of Appjes meer ontvangen. Na een uur kan het kanotochtje dan toch doorgaan. Het is trouwens een enerverende dag , deze dag. Als we op ons terras aan een kopje thee met jawel Lariekoek zitten (in Ezinge verkopen ze Lariekoek, haha echt iets voor Jelte om op te trakteren) klinkt er wel erg veel geblaat door de schapen aan ons wallenkantje. Hup de wal op en gaan kijken. De boer is er met de trekker en aanhanger. De lammeren zijn groot genoeg om van de mamaschapen gescheiden te worden. Een heel gedoe dus. Nou zou ik persoonlijk ook flink tekeer gaan als mijn kinderen afgevoerd zouden worden en ik leefde dus met de beestjes mee. Frans en Jelte als geboren schapenkopjes staan prima tussen de wolbalen in.

Van Aduarderzijl varen we naar Groningen en kunnen aan een kade 500 liter water laden. Beter iets dan niets is ons motto, want de tank is nog lang niet vol. Ik ga op het fietsje boodschappen halen en dan schutten we door de Oostersluis. Door de sluis heen gaan we achter de palen voor de beroepsvaart op onze eigen spudpalen liggen. Het is een regenachtige dag en daarom vermaken we ons maar binnen.

Nu liggen we in de haven van Farmsum en zijn op de fiets naar Delfzijl gereden, maar omdat we het daar niet zo leuk vinden rijden we door naar Appingedam, dat bekend staat om de hangende keukentjes. Naar verluid zijn oude pakhuizen omgebouwd tot woning en om ruimte te creëren hebben ze de keukentjes hangend aan de gevel gebouwd. Heel vindingrijk denk ik zo. Het stadje heeft leuke straatjes en winkeltjes. Na een ijsje aanvaarden we de terugtocht en we zijn amper vijf minuten aan boord en dan begint het te plenzen. Dat noem ik nog eens geluk hebben. Met drie slangen aan elkaar gekoppeld laden we de watertank vol en dat is mooi, want morgen komt de rest van Jeltes gezin aan boord. Tijdens het avondeten wordt er geklopt en blijkt de douane naast het schip te staan. Ze komen controleren welke brandstof we in de tanks hebben zitten. Niets aan de hand, want wij bunkeren keurig witte diesel sinds ook voor de historische schepen rode diesel verboden is.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.